THE FRICK COLLECTION

Kunstschatten uit New York

Ontdek de bijzondere verhalen achter The Frick Collection. Wie was Henry Frick, hoe werd zijn woonhuis een museum en wat is de relatie met het Mauritshuis?

U kunt de pijlen gebruiken om de verhalen te ontdekken.

American Dream

Henry Clay Frick (1849-1919)  leeft de American Dream. Hij wordt geboren als zoon van een boer op het platteland van Pennsylvania. Hij krijgt weinig opleiding, gaat jong aan het werk, maar kan goed rekenen en heeft een scherp commercieel inzicht. Dat blijkt wanneer hij in de productie stapt van cokes (verhitte steenkool). Het is een gouden greep, want met de opkomende staalindustrie in Pittsburgh is er grote behoefte aan deze brandstof. Op zijn dertigste is Frick miljonair.

Een gehate directeur

The H.C. Frick Coke Company fuseert in 1882 met het staalbedrijf van Andrew Carnegie. Frick wordt directeur van het nieuwe bedrijf, dat hij met strakke hand leidt. Zo huurt hij in 1892 bij een staking van de Homestead Steel Works een legertje van 300 man in om de staking te breken. Er vallen negen doden. Frick wordt er om gehaat. Uit wraak pleegt een Russische anarchist zelfs een moordaanslag op hem. Frick wordt door twee kogels geraakt, maar overleeft de aanslag.

Titanic

Frick trouwt in 1881 met Adelaide Howard Childs (1859-1931). Het echtpaar krijgt vier kinderen: Childs (1883-1965), Helen Clay (1888-1984) en twee jonggestorven kinderen. De Fricks wonen in Pittsburgh maar verhuizen in 1905 naar New York.

De Fricks zijn regelmatig in Europa, bijvoorbeeld in 1912. Voor de terugreis boeken zij een riante suite aan boord van de Titanic. Maar voor het zover is, verstuikt Adelaide haar enkel. Ze moeten de terugreis uitstellen en ontkomen aan een ramp.

De ‘Gilded Age’

Frick is een typische vertegenwoordiger van de ‘Gilded Age’ (Vergulde Tijdperk). In de jaren 1870-1915 wisten Amerikaanse ondernemers enorme rijkdommen te vergaren in handel, industrie en bankwezen. Ze gebruikten die rijkdommen voor de bouw van kapitale huizen en de verwerving van kunstschatten uit Europa. Maar superrijken zoals John D. Rockefeller, Andrew W. Mellon, Andrew Carnegie, John Pierpont Morgan, Cornelius Vanderbilt en Henry Clay Frick voelden ook de verplichting om te delen. Ze schonken miljoenen aan universiteiten, ziekenhuizen, concertzalen, bibliotheken en musea.